In het communicatievak besteed je veel tijd aan vergaderen en aan brainstormen. Toch lukt het niet altijd om dat ene originele en creatieve idee te verzinnen. ‘Gooi het dan eens over een heel andere boeg’, zegt communicatie-expert en schrijver van hét communicatiehandboek Wil Michels. In zijn masterclass Creatief Denken voor de Babbage Academy vertelt hij er alles over.
Wat houdt die andere boeg in?
‘Het inzetten van creatieve technieken. Bijvoorbeeld denken vanuit een metafoor. Zie je organisatie als een vriendenclub of één grote familie waar klanten graag bij willen horen. Hoe kun je vanuit die ‘vriendenstrategie’ of ‘familiestrategie’ tot nieuwe communicatiestrategieën komen? Of pak de ‘fanstrategie,’ waarbij je zorgt dat jouw medewerkers fan van je bedrijf worden en dat ook extern uitdragen. Maar dan moet je wel eerst nadenken over waarom ze dat zouden doen. Wat hebben jouw medewerkers daar zelf aan? Gezien worden en gewaardeerd voelen, is een voorwaarde. De organisatie moet fan van de medewerkers zijn. Daarmee gaan we aan de slag tijdens mijn trainingen.’
Wat is er creatief aan die strategieën?
‘Belangrijk is dat je heel concreet nadenkt over de organisatie- en communicatievraag en welke communicatiestrategie daar bij past. Natuurlijk kun je daar lang over discussiëren. Maar je kunt het ook eens heel anders aanpakken. Ga Painstormen: geef bijvoorbeeld eerst antwoord op de vraag waarom mensen juist niét bij jouw bedrijf willen kopen of er niet willen werken en zet de antwoorden op die vraag om naar het tegenovergestelde. Het is vaak verrassend wat daar uitkomt. Of, nog creatiever, pak een willekeurig woord -tulp bijvoorbeeld- en ga vanuit daar associëren. Van nationaal symbool, Keukenhof en lente kom je misschien uit bij een jaarlijks Babbage lentefestival.’
Is dat ook wat je tijdens jouw Babbage trainingen met deelnemers doet?
‘Ja inderdaad. Ik leer de communicatieprofessional om losser te denken en meer te inspireren. Buiten de bestaande patronen denken dus en jezelf niet alsmaar herhalen, want dan wordt het saai voor iedereen. Vernieuwen moet, want de maatschappij verandert snel. Als communicatiemedewerkers waren we altijd gewend om veel informatie te zenden. Dat moet anders. Mensen zoeken steeds meer zelf naar informatie. Dus aan ons de taak om te zorgen dat die informatie er is op de juiste plek en op de juiste tijd. We worden daarnaast ook steeds meer relatiebouwer tussen de verschillende interne en externe stakeholders. De rol van de communicatieprofessional is om die verbindingen sterker te maken. Ook dat leer je tijdens mijn trainingen.’
Wat zijn volgens jou op dit moment de trends op communicatiegebied?
‘Offline en online communicatie raakt steeds meer met elkaar verweven. Zelfs C&A wil de helft van de omzet binnenhalen via E-commerce. Tegenwoordig draait alles natuurlijk om het neerzetten van een sterk merk en door het versterken van de emotionele binding. Jumbo zegt zelf: “we willen geen klanten, meer fans.” Samen met mijn dochter Yara, een van de eerste grote influencers in Nederland, schreef ik daar tien jaar geleden een boek over. Dit jaar verscheen de geheel nieuwe versie en die is wel een hit. Eigenlijk niet raar. Fans maken is fun. En doe je leuke dingen voor klanten en medewerkers, dan wordt de organisatie daar uiteindelijk zelf voor beloond.’
Bij Babbage noemen ze jou inmiddels de ‘huisdocent’. Waar heb je dat aan verdiend?
‘Haha! Ja, dat is waar. Ik doe al zeker vijf jaar veel voor en met ze. Want mijn trainingen volgen ook vaak professionals die werken voor Babbage Company. De trainingen zitten altijd vol. In de loop der jaren hebben meer dan 200.000 mensen een boek over communicatie van me gekocht en ik denk dat velen me wel eens echt willen zien. Babbage is ook een hele inspirerende club met veel jonge mensen. Bij een workshop is elkaar ontmoeten en van elkaar leren ook belangrijk. Humor, inspiratie en interactie zijn de sleutelwoorden. Er wordt ook een hoop gelachen. Mijn doel is dat ik mensen een energieboost geef, dat mensen weer naar huis gaan met een heleboel nieuwe inzichten en met de gedachte: “goh, wat heb ik toch een geweldig vak”.‘