In juni begint de nieuwe editie van de training crossmediaal Bladenmaken. Wat zegt trainer John Verhoeven over zijn cursus?
Is er anno 2015 nog wel behoefte aan tijdschriften?
“Vergis je niet, er worden in Nederland nog erg veel bladen gemaakt. Je ziet wel dat veel van die papieren uitingen er een digitale dimensie bij hebben gekregen. Een website, nieuwsbrieven, blog, een pagina bij Facebook, noem maar op. Juist dan is een heldere redactionele visie heel belangrijk. Alle onderdelen moeten elkaar versterken, het hele jaar door. Daarvoor is een nieuwe crossmediale bladformule nodig. Waarbij een papieren titel onderdeel is van het totale plaatje. Dat gaat niet vanzelf. Vaak zie je dat er een website en een Facebookpagina uit de grond worden gestampt, maar dat er geen goede samenhang is. Soms vallen social media zelfs onder een andere afdeling dan de redactie. Dan wordt het lastig”.
Wat maakt crossmediaal bladenmaken zo anders dan het traditionele bladenmaken?
“Crossmediaal bladenmaken is, anno nu, een kwestie van het hele jaar door sterke content creëren op diverse platforms, die elkaar aanvult en versterkt. Als je alleen een printuiting maakt, werk je van editie naar editie. Maar in een crossmediale omgeving ben je elke dag aan het publiceren. Bovendien heeft elk platform zo haar eigenaardigheden. Dat vergt een totaal andere aanpak dan vroeger.”
Je hoort de laatste tijd veel over ‘content strategie’ en ‘content marketing’. Wat maakt deze cursus anders?
“Wij gaan zes avonden in op de vraag hoe je het hele jaar door sterke content kunt maken voor je doelgroepen, met inzet van alle mogelijke platforms. Vanuit een stevige structuur en een helder beeld van wat je wilt betekenen voor je doelgroep. We zijn 100% gericht op de inhoud, we hebben een erg journalistieke benadering. Het gaat ons om het kwalitatieve bereik, niet om het aantal clicks of dat soort dingen. Hoe ontwikkel je een sterke bladformule voor die verschillende platforms, hoe krijg je een gestage stroom goede artikelen op gang, en hoe hou je die motor het hele jaar aan de gang? En vooral ook: hoe organiseer je dat met beperkte middelen en geld? Die verdieping maakt deze cursus uniek. ”
Voor wie is dit interessant?
“Iedereen die leiding geeft aan de creatie van content kan hier een boel van opsteken. Of je nou voor een bedrijf werkt, of bij een overheid of instelling: het maken van kwalitatieve content in tekst, beeld en audio wordt steeds belangrijker. Ik merk dat de deelnemers ook erg veel van elkaar leren. We doen veel met de titels en de uitdagingen die de cursisten zelf inbrengen. Ze reageren op elkaars werk, geven elkaar tips uit eigen praktijk. Vaak zitten ze op hun werk in hetzelfde schuitje. Er is veel herkenning en wederzijds begrip. Dat geeft inzicht en zelfvertrouwen. Want veel hoofdredacteuren en bladenmakers staan vaak een beetje alleen in hun organisatie, zo tussen de directie en de doelgroepen in.”
Zijn er nog nieuwe, interessante dingen te melden op het gebied van crossmediaal bladenmaken?
“We zien duidelijk de trend dat lezers geen geduld meer hebben voor flauwekul en dingetjes die alleen gemaakt zijn om je ergens op te laten klikken. Ze willen antwoorden, oplossingen. Het produceren van content ligt vaak nog op het bordje van een afdeling Communicatie of Marketing. Dan ligt de nadruk al snel op een opgepoetst imago, méér verkoop, op ‘his master’s voice’. Daar zijn lezers helemaal klaar mee. Ze willen kwaliteit, echte aandacht voor hun vragen en behoeften. Oplossingen. Google heeft dat ook door. Bij het beoordelen van content gaat Google niet meer af op aantallen clicks, maar kijken ze vooral naar de tijd die mensen besteden aan een bepaald artikel. Hier is nog veel te winnen voor de crossmediale redactie.”