Zelfs de beste redacteur of journalist kan het overkomen: een writersblock. Het lijkt of je alles al een keer hebt geschreven, en inspiratie voor een nieuw artikel of aansprekende content is ver te zoeken. Een duwtje in de goede richting wil dan weleens helpen. [De Redactie] docent Dolf Weverink geeft je graag een aantal tips om het creatieve proces een impuls te geven:
Zeg meer met minder woorden
Gooi je eerste zin of alinea weg. Vermijd hulpwerkwoorden kunnen, zullen, gaan, willen.
Meer zeggen met minder woorden. Maar wel met de juiste. Gebruik geen lijdende vormen
Maak een mindmap of woordvel van de tekst voor je begint
Begin de samenhang en de structuur van je tekst. Werk van buiten naar binnen. Ga eerst bouwen en dan pas schrijven.
Formuleer een scherpe wat#1 (Wat is de wat?)
Bepaal de hoofdboodschap, de wat#1 en beschrijf die in 155 karakters (help de zoekmachines). Begin je tekst met de wat#1, zet je belangrijkste boodschap bovenaan. Wees concreet en specifiek.
Vertel geen dingen die de doelgroep al weet
(‘De wereld om ons heen verandert razendsnel…’; ‘Social media zijn niet meer weg te denken..’ Ja, duh!) Open origineel, spannend of informatief.
Werkwoorden moeten werken
Schrijf ‘We voeren de maatregel uit’ in plaats van ‘De maatregel wordt geëffectueerd’.
Gebruik geen nominale vormen
Deze vorm leidt tot Botext. Waarom ‘Bij ingebruikname van de printer..’ Liever: ‘Gebruik je de printer voor de eerste keer….’
Laat zien wat je vertelt of belooft
Visualiseer. Gebruik beeld, infographics en bullets. Bedenk een creatief concept. Maak je tekst aantrekkelijk voor de lezer.
Gebruik woorden die je doelgroep kent en snapt
Schrijf dialogisch (nette spreektaal). Bewaar vaktaal voor vakmensen.
Volledig zijn hoeft niet (kan ook niet)
Beperk je tot de hoofdboodschap. Voeg een >leesverder of pdf toe als dat relevant is. Probeer niet volledig te zijn.
Schrijf tekst die er zin in heeft
Schrijf conversationeel en dialogisch. Deze teksten prikkelen meer gebieden in de hersenen dan futloze teksten.