Olivier Heimel

Leestijd: 2 minuten

Het Ganzenveerinterview van [De Redactie] met Olivier Heimel, hoofdredacteur van Runner’s World.

Waarom mogen mensen jouw blad/krant niet missen?

De lopers omdat Runner’s World ze oprecht probeert te inspireren,  infomeren en amuseren. En niet-lopers omdat de liefde voor het maken van een mooi loopblad hopelijk zo weelderig van het papier spat dat je er bijna van zou gaan lopen.

Wat was het best verkochte nummer onder jouw leiding?

Ons recente januarinummer was – dubbelnummers daargelaten – het best verkochte nummer uit ons twintigjarig bestaan. Onze losse verkoop beleeft sowieso een all time high de afgelopen maanden. En op dit nummer sierde Kay Nambiar de cover, stomtoevalig precies op de dag dat hij Expeditie Robinson won.

Welke gasthoofdredacteur zou van jou voor één nummer de scepter mogen zwaaien?

Ik vrees dat ik langdurig in therapie moet voordat ik de scepter vrijwilliger een maandje af zou staan. Als we gingen voetballen op het veldje voor ons huis vroeger, kon ik al niet verkroppen dat de andere kinderen wilden pauzeren of wilden stoppen omdat het te donker werd.  ‘Kom áán!’ stond ik dan avond aan avond te gillen, meewarig aangestaard door kinderen die dachten – of wisten – dat er meer in het leven was dan dat.

Als je geen hoofdredacteur was, wat zou je dan willen zijn?

Hardloper, reclamemaker, rentenier: er schiet me genoeg moois te binnen, maar ik ben hartstikke blij dat ik hoofdredacteur ben.

Van welke collega-journalist of bladenmaker kun jij nog iets leren?

Van Robert van den Ham en Cécile Koekkoek hun mensenkennis, van Arno Kantelberg zijn lef, van Jildou van der Bijl haar ondernemerschap, van Roselie Kommers haar rust, van Chris Buur zijn (overigens volstrekt)  terechte zelfvertrouwen, van Cécile Narinx haar pen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Echt van ze leren is lastig, overigens. We moeten het in het computerspel van het leven toch grotendeels doen met het poppetje dat ons toegewezen werd.

Maak de volgende zin af: ’Printmedia hebben ook in de toekomst bestaansrecht omdat ….’

Voor printmedia die zich in 2015 nog ‘printmedia’ noemen voorzie ik een niet een al te zorgeloze toekomst, maar voor de toekomst van ‘print’  als één (belangrijk) van het uitgeefspectrum voorzie ik juist allerlei moois. Bijvoorbeeld omdat bladen zich steeds meer tot bookazines ontwikkelen.

Welke vraag zou je jouw meest trouwe lezer willen stellen?

‘Wat vind je het mooist aan het blad?’

Hoe ziet jouw merk er over vijf jaar uit?

Over vijf jaar inspireren, informeren en amuseren we nog meer lopers dan we nu al doen, op nog meer verschillende manieren.

Welk ander tijdschrift beveel jij anderen van harte aan?

The New Yorker, omdat het zich niets aantrekt van alle bladenwetten,  maar zulke goede verhalen afdrukt dat ik er altijd wel één zo’n verhaal van epische omvang lees. Plus, om heel andere redenen: de Amerikaanse Vanity Fair, de Britse GQ, de Nederlandse Esquire en de Hilversumse Varagids.

Aan welke collega-hoofdredacteur wil je de ganzenveer doorgeven?

Coen Wulms, die bij Elegance bewijst dat vrouwenbladen ook uitstekend geleid kunnen worden door een man.

×
  • De Redactie
  • Van Heenvlietlaan 200A
  • 1083 CM Amsterdam

  • info@deredactie.nl
  • 020-3086460
  • Btw: NL8017.10.960B.01
  • IBAN: NL64 RABO 0342 848 410
  • KVK: 36040811
×