Marten Blankesteijn is een van de initiatiefnemers van Blendle. Blendle gaat ervoor zorgen dat het lezen van kwaliteitsjournalistiek zó leuk en zó makkelijk wordt, dat mensen daar best een beetje voor willen betalen.….
Wat doet een eindbaas bij Blendle eigenlijk?
Ik weet zelf eigenlijk ook niet wat een eindbaas bij Blendle doet. Ik haal elke dag lunch voor de programmeurs, denk mee met de designers, probeer te bedenken wat voor nieuwe werknemers we over twee maanden nodig zouden kunnen hebben, heb veel contact met heel veel uitgeverijen, praat met investeerders, we denken veel na over hoe we zoveel mogelijk mensen straks naar Blendle kunnen krijgen, en elke maand sleutel ik weer een paar IKEA-bureaustoelen in elkaar. Dat allemaal samen met Alexander Klöpping trouwens – we delen de eindbaas-eer.
Welk boek uit jouw boekenkast zou jij nooit inruilen tegen een e-book?
De “Ruhnama” van Saparmurat Niazov, wijlen de dictator van Turkmenistan. Wat mij betreft de knettergekste dictator ooit. De Ruhnama is een soort door hem geschreven bijbel, met de ene bizarre zin na de andere. En uiteraard heeft Niazov midden in de hoofdstad een groot standbeeld van zijn boek laten neerzetten. Gedurende de dag klapt het langzaam open, en ’s avonds sluit het. Ik zou het nooit inruilen voor een e-book omdat wie de Ruhnama drie keer leest volgens Niazov naar de hemel mag. Nog één keer te gaan.
Wat is jouw laatst aangeschafte app?
Ik heb sinds kort een elektrische auto waar een appje bij zat. Al met al een vrij dure app dus, maar wel geinig: ik kan bijvoorbeeld de verwarming alvast aan zetten terwijl ik aan het ontbijten ben, zodat ik nooit hoef te krabben en het meteen aangenaam is.
Wie was jouw leermeester?
Het lastige van Blendle is dat het nog nergens geprobeerd is, dus we kunnen het niet van iemand afkijken. Ik lees veel boeken over startups en biografieën van ondernemers in de hoop dat we daardoor kunnen voorkomen dat we dezelfde fouten als zij maken.
Hoe beleeft de consument jouw merk over vijf jaar?
Vijf jaar is online echt een eeuwigheid. Ik zou het leuk vinden als we dan behalve alle Nederlandse kranten en tijdschriften die nu al aan Blendle meedoen, ook alle belangrijke internationale titels hebben. En dat we samen met uitgevers een Spotify-achtig model hebben kunnen verzinnen dat niet ten koste gaat van hun bestaande omzet.
Online zal printmedia in de toekomst overbodig maken. Eens of oneens?
Eens, maar dat gaat nog wel een tijdje duren. Het is trouwens ook helemaal niet erg als print ten onder gaat, zo lang kranten online maar genoeg verdienen om topjournalisten in te kunnen blijven huren.
Stel, je krijgt de mogelijkheid om een nieuw medium te creëren, wat zou dat zijn?
Als het om tekst gaat: een medium dat maar één verhaal per dag publiceert, maar dat dan ook hét verhaal van de dag is. Volgens mij is het een misvatting van veel uitgevers, zowel online als in print, dat mensen behoefte aan heel erg veel informatie. Ik heb liever minder. Het is zó deprimerend om een tijdschrift van 120 pagina’s in de bus te krijgen waarvan je al weet dat je geen tijd hebt voor 90% van de verhalen. Maak liever een tijdschrift van 20 pagina’s met alleen maar geniale artikelen.
Welk crossmediaal concept vind jij goed geslaagd?
Ik vind crossmediaal in bijna alle journalistieke voorbeelden die ik gezien heb een slecht idee. De gedachte is: we kúnnen nu geluid, video en tekst bij elkaar zetten, dus laten we dat dan maar doen. Al die krantenwebsites die een paar jaar geleden ‘Volkskrant TV’ enzo gingen opzetten, met treurige, slecht gemaakt filmpjes – verschrikkelijk. En het ergste is nog dat die dingen alleen maar werden gedaan zodat de redacties tegen zichzelf konden zeggen dat ze zo lekker crossmediaal bezig waren, niet omdat de consument er behoefte aan had. Een redactie die heel goed is in stukken schrijven kan beter alleen heel goede stukken blijven schrijven.
Stel, je stopt met twitteren. Hoe ziet jouw allerlaatste tweet ooit eruit?
Tot ziens op Snapchat schatjes! #spon
Aan wie geef jij het stokje voor dit interview door?
Koen Droste van Upcoming.nl, omdat zij het delen van artikelen via sociale netwerken tot wetenschap hebben verheven.